Land van herkomst: België
De Brussels Griffon, oorspronkelijk afkomstig uit België, is een hond geboren in de 19e eeuw uit de kruising van Mopsen, Affenpinschers en Belgische stalhonden. De rol van de Griffon Bruxellois was om de taxichauffeur te begeleiden en als waakhond te dienen wanneer de chauffeur de taxi en de paarden moest verlaten. In de stal was hij ook verantwoordelijk voor de bestrijding van ongedierte en hoewel hij klein was, kan hij als een robuust hondje worden beschouwd.
Later gaf de komst van de Engelse Toy Spaniel en misschien de Yorkshire Terrier hem grotere, rondere ogen en een aantrekkelijker, babyachtig gezicht. Aan het einde van de 19e eeuw was het voor jonge, atletische heren uit de hogere klassen erg in de mode om een kleine, intelligente maar speelse hond van het terriërtype te bezitten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Griffon Bruxellois voor het eerst werd geshowd op Crufts in 1896, en dat de eerste Britse rasclub werd opgericht in 1897. In de 19e eeuw hielp de introductie van koningsbloed Charles Spaniël en Mopshond het ras te stabiliseren. De eerste Brusselse Griffons, Topsy en Foxine, werden in 1883 geregistreerd in het Sint-Hubertusboek van Oorsprong in België, onder de nummers 163 en 164. En pas in 1954 erkende de Internationale Cynologische Federatie (FCI) de Brusselse Griffon. zeker.
De Brusselse Griffon, de Belgische Griffon en de Petit Brabançon zijn alle drie de Belgische kleine hondenrassen die zijn afgeleid van een kleine ruwharige hond die bekend staat als het "Smousje", al eeuwenlang inheems in de Brusselse regio.