Your Pet, Our Passion.

Ierse rood-witte setter

De Ierse rood-witte setter is een sterke, atletische hond met een middellange vacht die wit is met rode vlekken. Volwassen honden hebben een schofthoogte van 58,5-68,5 cm en wegen ongeveer 27-32 kg.

Wat u moet weten :
  • Hond die geschikt is voor baasjes zonder ervaring
  • Enige training nodig
  • Gaat graag uitgebreid wandelen
  • Gaat graag meer dan twee uur per dag wandelen
  • Grote hond
  • Een beetje kwijl
  • Moet om de dag verzorgd worden
  • Geen hypoallergeen ras nodig
  • Kletsende en vocale hond
  • Geen waakhond
  • Gaat goed samen met andere dieren.
  • Een echte gezinshond

Persoonlijkheid

Vriendelijk, gehoorzaam en speels, de Ierse rood-witte setter is een vrolijke en aanhankelijke metgezel, maar ook energiek en hardwerkend. De eigenaar moet actief zijn en aan zijn fysieke trainingsbehoeften voldoen.

Oorsprong

De Ierse rood-witte setter, een nauwe neef van de Ierse Setter, dateert uit de 18e eeuw, maar het is mogelijk dat hij al veel eerder bestond, aangezien rode en witte jachthonden worden beschreven in teksten uit het begin van de 16e eeuw. Setters waren populaire sporthonden bij rijke landeigenaren in de 17e en 18e eeuw, maar tegen het einde van de 19e eeuw kreeg de Ierse Rode Setter de voorkeur en was de rood-witte variant bijna verdwenen. Het voortbestaan ​​van het ras is te danken aan een aantal fokkers die hebben gewerkt om het na de Eerste Wereldoorlog nieuw leven in te blazen.

Zoals de meeste rassen wordt de Ierse roodwitte setter soms getroffen door erfelijke oogaandoeningen en heupdysplasie (die de mobiliteit kunnen verstoren). Daarom is het belangrijk om de ogen en heupen van honden te laten onderzoeken voordat ze gaan fokken. De Ierse rood-witte setter is ook vatbaar voor spijsverteringsstoornissen.

De Ierse rood-witte setter is energiek en actief en heeft minimaal twee uur fysieke activiteit per dag nodig, inclusief de tijd die hij vrij doorbrengt.

Honden van grote rassen, met een gezonde eetlust, hebben andere voedingsbehoeften dan honden van kleine rassen, vooral wat betreft mineralen en vitamines.

Het wordt aanbevolen om de vacht twee keer per week te borstelen en te kammen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de randen (langer haar op de staart, de achterkant van de benen, borst en buik), die verstrikt kunnen raken als ze worden verwaarloosd.

Hoewel bekend is dat veel honden sociaal zijn met kinderen, moeten zowel honden als kinderen leren elkaar te begrijpen, elkaar te respecteren en elkaar geen pijn te doen. Honden en jonge kinderen mogen sowieso niet alleen gelaten worden en volwassenen moeten toezicht houden op al hun interacties.