Oorsprong
Op afbeeldingen van duizend jaar oud zijn Magyar-jagers te zien met honden en valken. Deze honden lijken erg op de draadharige vizsla die we tegenwoordig kennen. Toen de Magyars naar andere landen trokken, namen ze de honden mee en als gevolg daarvan werden ze gekruist met andere rassen. Tijdens de twee wereldoorlogen verdween het ras bijna. Het ras heeft het echter overleefd omdat er een aantal het land uit werden gesmokkeld. Recent, selectief fokken leidde ertoe dat de vizsla nu een allround-jachthond is. De draadharige variant werd in de jaren dertig ontwikkeld en wordt steeds populairder onder jagers, aangezien deze hond beter bestand is tegen koud weer en koud water dan de kortharige variant.