Net als wij kunnen honden spijsverteringsproblemen hebben. Wanneer moet je je zorgen maken?
Wanneer is er sprake van een spijsverteringsprobleem bij de hond?
De definitie van een spijsverteringsprobleem bij de hond is vrij eenvoudig. De symptomen zijn over het algemeen braken en regurgiteren, diarree, constipatie of winderigheid.
Honden met een gevoelig spijsverteringsstelsel worden veelal ziek in de winter of na iets ongewoons, te veel of iets bedorven gegeten te hebben. Algemeen genomen zijn er veel gevoelige dieren en dieren met eetgedrag dat slecht is voor hun spijsvertering. Als je pup bijvoorbeeld de neiging heeft om alles binnen te slikken wat hij tegenkomt, is het logisch dat hij risico loopt op spijsverteringsproblemen.
Hier onze gouden tips om het spijsverteringsstelsel van je hond te beschermen en klein leed te verzachten.
Symptomen: braken (maagontsteking)
Braken doet zich voor bij een ontsteking in het bovenste deel van het spijsverteringsstelsel of bij een darmobstructie. Een maagontsteking bij de hond kan verschillende oorzaken hebben. Meestal is er niets ergs aan de hand, maar soms gaat het om een ernstig probleem, dat zelfs tot de dood kan leiden! Het dier kan algemene symptomen vertonen zoals zwakte, koorts, buikpijn, gebrek aan eetlust enz. Die symptomen, in combinatie met braken, zeggen ook iets over de ernst van de aandoening.
Als een hond na één of twee keer braken nog altijd in topvorm is en nog altijd wil eten, is hij niet ernstig ziek.
Dan heeft hij misschien gewoon iets ongewoons gegeten of een mild virus opgelopen, en zal hij twee of drie dagen ziek zijn maar daarna vanzelf weer gezond worden!
Daarentegen, als je hond veel braakt, soms explosief braakt, verzwakt lijkt, lusteloos is, en vooral als hij niet wil eten, is hij waarschijnlijk ernstiger ziek en moet je zo snel mogelijk met hem naar de dierenarts.
De ernst van het probleem hangt ook af van de leeftijd en/of het gewicht van het dier. Als een yorkshireterriërpup van 2 maanden die 800 gram weegt, braakt, moet dat heel serieus genomen worden wegens de kans op uitdroging en hypoglycemie, maar een labrador-retriever van 2 jaar die 35 kilo weegt, heeft iets meer 'reserve' en weerstand!
De aanwezigheid van een kleine hoeveelheid bloed in het braaksel is niet noodzakelijk een teken dat er iets ernstigs mis is. Het betekent gewoon dat het maagslijmvlies erg ontstoken is of dat het braken al enkele dagen aanhoudt!
Symptomen: diarree als gevolg van een ontsteking van de dunne darm (enteritis)
Diarree bij de hond hangt altijd samen met een min of meer ernstige darmontsteking.
In geval van een ontsteking van de dunne darm is de ontlasting heel vloeibaar. Het spuit er soms uit. En soms zit er bloed bij. Bovendien moet de hond zich vaak ontlasten.
Enteritis kan in sommige gevallen gepaard gaan met dezelfde algemene symptomen als een maagontsteking. Ook bij enteritis zijn het de algemene symptomen die bepalen hoe ernstig de ziekte is. Virale diarree door het parvovirus zal bijvoorbeeld gepaard gaan met koorts, lusteloosheid, daling van de witte bloedcellen enz.
Net als bij gastritis zullen de jonge leeftijd en het geringe gewicht van de hond de symptomen verergeren door uitdroging en hypoglycemie als gevolg van de diarree.
Symptomen: diarree als gevolg van een ontsteking van de dikke darm (colitis)
Bij colitis zijn de symptomen anders. Een ontsteking van de dikke darm en/of het rectum veroorzaakt platte ontlasting, vaak in grote hoeveelheid, die ook slijm en soms bloed bevat.
Vaak zijn er verder geen algemene symptomen, wat erop wijst dat de ziekte niet erg ernstig is.
Vaak is er bloed in de ontlasting, maar ook dat moet niet gezien worden als een symptoom van een ernstige aandoening.
Symptomen: combinatie van braken en diarree (gastro-enteritis)
Als je hond tegelijkertijd last heeft van zowel braken als diarree, is heel zijn spijsverteringsstelsel ontstoken, van de maag tot het rectum. Dat wordt ook 'buikgriep' of in medische termen 'gastro-enteritis' genoemd.
Ook hier hangt de ernst af van de algemene symptomen en de grootte van je hond.
Acute spijsverteringsproblemen bij de hond
• Infectieuze gastro-enteritis, vaak viraal: komt heel vaak voor bij honden, seizoensgebonden (herfst en winter).
• Gastritis door parasieten: puppy's hebben soms spoelwormen in hun maag.
• Inslikking van een vreemd voorwerp: het kan soms gaan om grote voorwerpen en dit vormt een echt noodgeval. De algemene symptomen zijn ook ernstiger. Het dier moet eerst gestabiliseerd worden en daarna moet snel een operatie volgen om de obstructie te verwijderen.
• Plotse verandering van voeding: een hond heeft behoefte aan regelmaat wat betreft de samenstelling van zijn voeding. Hoe meer hij dezelfde voeding eet, hoe beter hij ze verteert.
• Diarree door stress (soms met bloed): sommige ziekten zijn veel ernstiger en vereisen bijkomende onderzoeken, soms moet het dier zelfs opgenomen en aan het infuus gelegd worden.
Chronische spijsverteringsproblemen bij de hond
• Malabsorptiesyndroom
• Voedingsallergieën en voedselintoleranties
• Gastritis (maagontsteking)
• Enteritis (ontsteking van de dunne darm)
• Gastro-enteritis (buikgriep)
• Immunoallergische rectocolitis (ontsteking van het rectum en de dikke darm)
Vier goede manieren om te reageren als je hond braakt en/of diarree heeft
• Geef je hond gedurende 12 tot 24 uur niets te eten in geval van diarree of braken. Pas als zijn toestand betert, mag hij heel geleidelijk aan weer wat eten.
• Water moet altijd ter beschikking blijven van je hond.
• Dien gastro-intestinale bescherming toe. Het enige probleem hierbij is dat het moeilijk is om je hond het te doen doorslikken.
• En neem natuurlijk contact op met je dierenarts voordat het erger wordt. Algemeen genomen is het altijd een goed idee contact op te nemen met je dierenarts, maar in de volgende gevallen moet je het absoluut doen: als je hond verzwakt is; als de spijsverteringsproblemen lang aanhouden of steeds weer optreden; als het dier nog heel jong of heel klein is; en als de ontlasting veel bloed bevat.
Geleidelijk omschakelen om spijsverteringsproblemen bij je hond te voorkomen
Als je de voeding van je hond verandert, moet je altijd zorgen voor een geleidelijke overgang. Zelfs als je de voeding slechts voor enkele dagen verandert, of zelfs als je op reis gaat en dan liever brokjes geeft uit kleine verpakkingen. Het spijsverteringsstelsel van je viervoeter moet voorbereid worden op zijn nieuwe voeding. Geleidelijk omschakelen is des te belangrijker als je van een licht verteerbare voeding (bijvoorbeeld juniorvoeding, hypoallergene voeding of zelf samengestelde maaltijden) overstapt op een voeding die minder goed verteerbaar is.
Geleidelijk overschakelen is eenvoudig: meng gewoon de nieuwe voeding onder de oude. Door het aandeel van de nieuwe voeding geleidelijk aan te verhogen, zorg je ervoor dat de spijsvertering van je hond niet verstoord raakt.
De omschakeling gebeurt idealiter verspreid over 7 dagen, maar een periode van 5 tot 10 dagen is goed.
Als je echt geen keuze hebt, de gebruikelijke brokvoeding op is, of als je op reis vertrokken bent zonder voeding voor je hond mee te nemen, kies dan voor een licht verteerbare voeding.
Vaccinatie en ontworming
Vergeet niet dat het belangrijk is je hond regelmatig te vaccineren en te ontwormen en dat zijn hele leven lang. De vaccinatie en ontworming beschermen je hond tegen verscheidene ziekten die meer of minder ernstige spijsverteringsproblemen kunnen veroorzaken (met name de ziekte van Carré en parvo). Dat is des te belangrijker als het gaat om een pup of een zwangere of zogende hond. Controleer altijd of de vaccinaties en de ontworming van je teef in orde zijn voor je haar laat dekken en ga met een nieuwe hond meteen naar een dierenarts.
Hoe vaak je moet ontwormen is afhankelijk van de levensstijl en de leeftijd van je hond. Je bespreekt dit het best met je dierenarts en de fokker van wie je je hond gekocht hebt. De vaccinatie moet jaarlijks of, afhankelijk van het vaccin, tweejaarlijks plaatsvinden. Wend je tot je dierenarts voor de vaccinaties. Gedurende het hele leven van je huisdier zal hij je beste aanspreekpunt zijn.
'Vasten' bij spijsverteringsproblemen
In geval van spijsverteringsproblemen kun je je hond het best even laten vasten. Maar geef hem wel onbeperkt toegang tot vers water. Door je hond in geval van braken of diarree 12 tot 24 uur geen eten te geven gun je zijn spijsverteringsstelsel rust, terwijl jij wacht tot je naar de dierenarts kunt of tot de medicijnen beginnen te werken. Tenzij je dierenarts iets anders zegt, moet het vasten niet langer dan 24 uur duren.
Na die periode moet je hond weer geleidelijk aan te eten krijgen. Geef bijvoorbeeld verspreid over 24 uur de helft van zijn gebruikelijke dagrantsoen, verdeeld over 3 of 4 maaltijden, en de dag erna zijn normale dagrantsoen, maar nog altijd verdeeld over verscheidene maaltijden. Dan kan het spijsverteringsstelsel blijven rusten en wordt het niet overbelast tijdens de genezing.
Een algemene regel in geval van – acute of chronische – spijsverteringsproblemen is dat je licht verteerbare voeding moet geven.
Zodra je hond weer begint te eten, moet je het geven van slecht verteerbare of vette voeding, zoals snoepjes, vermijden.
Als je hond veelvuldig en lang aanhoudende spijsverteringsproblemen heeft, kan het een goed idee zijn over te stappen op een speciale licht verteerbare voeding voor dieren met een gevoelige spijsvertering. Mogelijk is het probleem van je hond daarmee opgelost. Indien niet moet je je hond volledig laten onderzoeken door een dierenarts.
De voordelen van voedingssupplementen of probiotica voor de spijsvertering van de hond
In alle gevallen, ongeacht of het gaat om een acuut of chronisch probleem, kun je voedingssupplementen of probiotica gebruiken om de darmmicrobiota van je hond weer in evenwicht te brengen (tenzij gecontra-indiceerd volgens de dierenarts).
Er zijn voedingssupplementen in verschillende vormen die de ontwikkeling van 'goede' bacteriën in het spijsverteringsstelsel van je hond bevorderen. Hoe werkt het? Er zijn verschillende mogelijkheden: ofwel leveren de voedingssupplementen voedingsstoffen die vooral door goede bacteriën gebruikt worden om te groeien, ofwel voorzien probiotica het lichaam direct van goede bacteriën.
Waarom worden ze 'goede' bacteriën genoemd? Deze bacteriën, waaronder melkzuurbacteriën, veroorzaken, wanneer ze zich vermenigvuldigen, geen spijsverteringsproblemen, in tegenstelling tot de zogenaamd slechte bacteriën die, wanneer ze zich vermenigvuldigen, diarree kunnen veroorzaken. Als er veel goede bacteriën aanwezig zijn in het spijsverteringsstelsel van je hond, kunnen de slechte bacteriën zich moeilijk ontwikkelen en blijven ze beperkt in aantal.
Hoe dien je een voedingssupplement of probioticum toe aan je hond?
In het algemeen, en afhankelijk van het soort supplement, moeten deze middelen curatief gebruikt worden in geval van diarree of tijdens een risicoperiode (bijvoorbeeld bij honden die in de winter vaak last hebben van gastro-enteritis). Bepaalde industriële voedingen zijn al verrijkt met dergelijke voedingssupplementen. Als je hond een gevoelig spijsverteringsstelsel heeft, kun je hem dagelijks voeden met een dergelijke verrijkte voeding.
Medische behandelingen voor spijsverteringsproblemen bij de hond
Tot slot zijn er ook verschillende medicamenten op de markt die je huisdier kunnen helpen.
• Antibraakmiddelen: Als je hond last heeft van braken, kan je dierenarts een antibraakmiddel voorschrijven. Dergelijke middelen helpen het braken te stoppen of te verminderen. Ze kunnen gebruikt worden als symptoombehandeling, als je hond ziek is of om transportziekte te voorkomen. Er wordt aangeraden het antibraakmiddel minstens een half uur voor de maaltijd of voor de inname van een ander medicijn toe te dienen (om te voorkomen dat je zieke hond het middel of de maaltijd opnieuw uitbraakt, omdat de molecule niet genoeg tijd heeft gehad om in te werken).
• Gastro-intestinale bescherming: Deze middelen zijn verkrijgbaar in verschillende vormen met een verschillende werking. De belangrijkste functie is altijd de verschillende delen van het spijsverteringsstelsel te beschermen en ongemakken te verlichten. Sommige van deze middelen, zoals smectiet en montmorilloniet, moeten 30 minuten voor de maaltijd ingenomen worden. Aluminiumfosfaat beschermt de maag heel goed na het braken. Er wordt het best een uur gelaten tussen de inname van aluminiumfosfaat en elk ander geneesmiddel, anders wordt dat geneesmiddel mogelijk niet goed opgenomen. Gastro-intestinale bescherming is doorgaans zonder voorschrift te verkrijgen bij je dierenarts.
• Zuurremmers: Zuurremmers beschermen de maagwand in geval van braken. Ze worden het best 30 minuten voor de maaltijd toegediend. Zuurremmers moeten worden voorgeschreven door je dierenarts.
• Krampstillers: Deze medicijnen kalmeren diarree en/of verminderen buikpijn. De dierenarts kan krampstillers voorschrijven als je hond ernstige diarree of buikpijn heeft.
• Antibiotica: Raadpleeg altijd je dierenarts voor je een behandeling met antibiotica start, want dat is in geval van diarree niet systematisch nodig. Bovendien moet de behandeling, tenzij gecontra-indiceerd, altijd minimaal 5 dagen voortgezet worden, om te voorkomen dat de bacteriën in het spijsverteringsstelsel van je hond resistent worden.
Als er ondanks al deze tips geen beterschap optreedt, wacht dan niet langer en ga naar een dierenarts. Door diarree en braken kan je hond snel uitdrogen.