Honden braken gemakkelijk. Je moet je dus niet te veel zorgen maken als je hond af en toe braakt, zolang voor de rest alles normaal is. Als je hond echt vaak braakt, moet je dat daarentegen wel bespreken met je dierenarts.
Over het algemeen probeert een hond te regurgiteren of te braken als hij last heeft van iets dat hij heeft ingeslikt.
Wat is het verschil tussen braken en regurgiteren?
Regurgiteren doet zich plots voor, niet lang na het eten, terwijl braken zich op gelijk welk moment kan voordoen. Braken wordt voorafgegaan door specifieke kenmerken: de hond is onrustig, hij ademt diep en zijn buikspieren trekken samen voor hij braakt (je ziet dat zijn buik smaller wordt).
Waarom braakt mijn hond?
Braken is een symptoom van voedselvergiftiging, maar een hond die braakt hoeft niet ziek te zijn. Hij kan ook gewoon braken omdat hij te veel gegeten heeft. Sommige honden eten heel snel en gooien daarna hun eten weer op door stress of opwinding. Maar leg het toch voor aan je dierenarts als je hond vaak eten opwerpt na de maaltijd. Hij heeft misschien een probleem ter hoogte van de slokdarm waardoor hij moeite heeft met het doorslikken van voeding.
De oorzaak van het braken kan ook een probleem zijn dat losstaat van het spijsverteringsstelsel: transportziekte, een infectie, besmetting met parasieten, een neurologisch probleem, nierinsufficiëntie enz.
Wat moet ik doen als mijn hond braakt?
Bel direct je dierenarts als je hond braakt na het inslikken van iets verdachts. Ook als je hond bloed overgeeft of als het braaksel een heel donkere kleur heeft (zoals koffiegruis) of een misselijkmakende geur, moet je niet wachten om contact op te nemen met je dierenarts. Breng je hond direct naar de dierenarts als hij geen eetlust heeft of andere symptomen vertoont (zwakte, diarree enz.). Mogelijk heeft hij een of meer gevaarlijke levensmiddelen ingeslikt. Er kunnen extra onderzoeken nodig zijn om de oorzaak van het braken precies te achterhalen.
Hoe beperk je de kans op braken bij de hond?
Geef je hond altijd te eten op rustige plaats en geef hem tijd genoeg om rustig te eten. Hij mag zich niet gestrest voelen of moeten concurreren met een ander dier.
Verdeel het dagrantsoen over twee of zelfs drie maaltijden, zodat de hoeveelheid voedsel per maaltijd kleiner is.
Geef de voeding in een zo plat mogelijke kom, om te voorkomen dat je hond zijn brokjes 'opzuigt'. Je kunt ook een voorwerp in het midden van de eetbak plaatsen zodat de hond verplicht is rond de eetbak te draaien om te eten. Dan kan hij niet anders dan trager eten!
Laat je hond na het eten 2 tot 3 uur rusten voor je hem om het even wat laat doen.
Houd je hond buiten altijd in de gaten, zodat hij niets inslikt dat niet eetbaar is.