Het belang van water voor katten
Katten zijn van oorsprong woestijndieren en staan bekend als kleine drinkers. Daarin onderscheiden ze zich van de hond, die gemakkelijker drinkt. Water is echter van vitaal belang voor het organisme. Waterontbering heeft ernstige gevolgen. Water transporteert voedingsstoffen via de spijsvertering en de bloedsomloop en speelt een rol in de werking van de organen.
Katten hebben niet de neiging om veel water te drinken
Het lichaam van een kat bestaat voor 60 tot 70 % uit water. Daarom is een goede hydratatie zo belangrijk. Je kat moet voldoende water binnenkrijgen. Daarbij speelt het geen rol of de vochtinname afkomstig is uit voeding, uit een drinkbakje of van een drinkfontein. Alle soorten water zijn geschikt voor katten: kraantjeswater, mineraalwater of bronwater, met uitzondering van water dat rijk is aan minerale zouten.
Naast hun genetische aanleg, die hen niet aanzet tot drinken, zijn katten ook minder efficiënt in het opnemen van water uit hun bakje. Honden lepelen water op met hun tong, paarden zuigen water op en katten likken het op met hun tong die een 'j' vormt. Ze moeten een dertigtal keer likken om een koffielepeltje water binnen te krijgen!
Ten slotte zijn katten hypergevoelige wezens. Ze eisen vers en indien mogelijk bewegend water …
Hoeveel water moet een kat drinken?
Over het algemeen wordt aangenomen dat gezelschapsdieren er zelf voor zorgen dat ze voldoende water drinken om in hun behoeften te voorzien. De waterbehoefte is afhankelijk van het lichaamsgewicht: 60 ml/kg. Diervoedingsdeskundigen drukken de waterbehoefte liever uit in verhouding tot de totale calorie-inname. Een kat heeft 1 ml water nodig per kilocalorie voeding. Natte voeding heeft een calorische waarde van ca. 1 kcal/g, terwijl droge voeding 3,5 tot 4 kcal/g levert.
De totale waterinname van je kat omvat het water dat hij opneemt uit voeding en het water dat hij drinkt uit zijn drinkbakje. Natte voeding (blikjes, terrines of vershoudzakjes) bevat ongeveer 80 % water, terwijl brokjes over het algemeen minder dan 10 % water bevatten. Je zult dus zien dat je kat meer drinkt als hij droge voeding krijgt. Maar dat betekent niet dat hij voldoende gehydrateerd wordt. Je moet je kat aanmoedigen om te drinken. We zullen zien hoe je ervoor kunt zorgen dat je kat een gepaste hoeveelheid water drinkt.
Omgekeerd, als je merkt dat je kat meer drinkt dan normaal en vaker op de kattenbak gaat, kan dat een vroeg teken van nierinsufficiëntie, diabetes of spijsverteringsproblemen (diarree of braken) zijn. Dat moet onmiddellijk aan de dierenarts gemeld worden.
Tekenen van uitdroging
Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan een goede hydratatie van je kat, zijn hele leven lang. Bepaalde tekenen zijn goede indicatoren die je helpen om uitdroging van je huisdier te voorkomen.
- De kat verliest van nature water via zijn urine, ontlasting, ademhaling en het speekselen tijdens het wassen. Kattinnen geven uiteraard ook vocht af tijdens de lactatie. Het zweten (via de voetkussentjes) is te verwaarlozen.
- Let op veranderingen in het drinkgedrag van je kat die niet te wijten zijn aan een hogere buitentemperatuur, meer lichaamsbeweging of een verandering van voeding (overschakelen van natte op droge voeding leidt tot meer drinken).
- Een gebrekkige hydratatie van je kat uit zich in:
- droog tandvlees,
- lusteloosheid,
- gebrek aan eetlust,
- verhoogde hartslag,
- droge ogen,
- verminderde huidelasticiteit (wanneer men zachtjes in de huid tussen de schouders knijpt en eraan trekt, blijft de huidplooi langer naar boven staan), maar dat is een laat teken, dat wijst op een hydratatietekort van meer dan 5 %.
Verhoogde waterbehoefte van volwassen katten
De waterinname moet vooral in het oog gehouden worden bij senior katten en in andere gevallen waarin het hydratatieniveau van de kat lager kan zijn, bijvoorbeeld in geval van een nieraandoening of een spijsverteringsprobleem. Het is van essentieel belang dat je kat permanent toegang heeft tot schoon, vers water.