Problèmes alimentaires chez le chat : ce que vous devez savoir

Het is belangrijk dat je kleine huistijger in elke levensfase aangepaste voeding krijgt die voorziet in zijn behoeften, van kittenvoeding tot voeding voor volwassen en senior katten. Je moet niet alleen weten wat de beste voeding is voor je kat, maar ook welke stoffen gevaarlijk zijn en je zeker niet mag geven aan je lieveling. Katten kunnen bepaalde voedingsproblemen ontwikkelen. Zo kan je kat bijvoorbeeld plots allergisch worden aan zijn gebruikelijke voeding, hoewel die speciaal voor katten ontwikkeld is. Daarnaast moet je ook opletten wat je hem geeft buiten de maaltijden, want ook dat kan leiden tot spijsverteringsproblemen, of erger.

Zaken die een kat niet mag eten

Ui – Uien bevatten stoffen die de rode bloedcellen van katten kunnen kapotmaken en daardoor bloedarmoede kunnen veroorzaken.

Knoflook – Knoflook kan maagklachten veroorzaken en de rode bloedcellen aantasten.

Melkproducten – Het zal sommige kattenbezitters verbazen, maar sommige volwassen katten zijn lactose-intolerant. Ze kunnen melk dus niet goed verteren en zullen er diarree van krijgen.

Café, thee en energiedranken – Cafeïne kan je kat rusteloos maken en spiertrillingen en hartkloppingen uitlokken.

Rauw vlees – Infecties met salmonella, campylobacter en E. colli kunnen leiden tot braken en diarree.

Allergische reacties

Bij katten komen voedselallergieën slechts zeer zelden voor, maar vraag je dierenarts om advies als je denkt dat jouw kat allergisch is voor een voedingsmiddel. Hij kan een diagnose stellen en je oplossingen aanreiken om je kat goed te voeden. Het diagnosticeren van een voedselallergie kan veel tijd in beslag nemen en je kat zal verscheidene weken of misschien zelfs voor de rest van zijn leven een speciaal dieet moeten volgen.

Als je dierenarts achterhaald heeft waarvoor jouw kat allergisch is, moet die voedingsstof uit het dieet van je kat verwijderd worden en moet je overschakelen op een nieuw voedingspatroon voor je kat. Als je onlangs een nieuw element geïntroduceerd hebt in zijn omgeving, zoals een kamerplant of een bepaald voedingsmiddel, vergeet dat dan niet te vermelden tegen je dierenarts.